airbrusht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • air·brusht

Werkwoord

vervoeging van
airbrushen

airbrusht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van airbrushen
    • Jij airbrusht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van airbrushen
    • Hij airbrusht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van airbrushen
    • Airbrusht! 

Gangbaarheid