aidscampagne

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aids·cam·pag·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aidscampagne aidscampagnes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aidscampagnev / m

  1. (medisch) een voorlichtingscampagne over aids
    • De collectie geeft een tijdsbeeld van de voorlichtingscampagnes door de jaren heen, aldus Beeld en Geluid. Het laat zien hoe Nederland op sommige punten heel snel is veranderd, maar op andere punten opvallend gelijk is gebleven. De spotjes gaan over onderwerpen als de sociale wetgeving, energiebesparing en veiligheid, maar ook het bekende spotje voor de aidscampagne en die met Van Kooten en De Bie over de postgiro zijn gedigitaliseerd.[1] 
    • De Braziliaanse president Luiz Inacio Lula da Silva heeft de anti-aidscampagne in zijn land in eigen hand genomen. Tijdens de traditionele carnavalsparade in Rio de Janeiro gooide hij handenvol condooms naar de feestvierders. Een woordvoerder zei dat de president daarmee het belang van aidsbestrijding wilde onderstrepen.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen