agrimonie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- agri·mo·nie
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn agrimonia een schrijffout in enkele handschriften van Plinius, waar eigenlijk argemonia van Oudgrieks ἀργεμώνη (argemōnè) "ruige klaproos" Papaver argemone was bedoeld [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agrimonie | agrimoniën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
agrimonie
- (bloemplanten) benaming voor overblijvende, kruidachtige planten uit het geslacht Agrimonia dat behooort tot de rozenfamilie (Rosaceae )
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen
1. benaming voor overblijvende, kruidachtige planten uit het geslacht Agrimonia
Gangbaarheid
- Het woord agrimonie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ agrimonie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Sijs, N. v.d.Groot Leenwoordenboek (inhoud cd-rom). (2005) Van Dale, Utrecht/Antwerpen; ISBN 9066480270; p. 13; geraadpleegd 2016-11-01