agribulk
Uiterlijk
- agri·bulk
- samenstelling van agrarisch bn en bulk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agribulk | |
verkleinwoord |
de agribulk m
- (landbouw) gewassen die in zeer grote hoeveelheden worden geproduceerd; agrarische massagoederen
- ▸ De groei zit vooral in de energiesector, Amsterdam is de grootste benzinehaven ter wereld. De overslag van steenkool is met 27 procent gestegen en de overslag van agribulk nam met 24 procent toe. De overslag van olieproducten nam juist met 3 procent af.[1]
- ▸ 'Het beeld is precies andersom dan vorig jaar. Waar in 2012 de ruwe olie en olieproducten zorgden voor groei, laten ze het dit jaar afweten. Nu zijn vooral kolen, erts en schroot en agribulk flink gestegen', zei Hans Smits, president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam.[2]
- Het woord 'agribulk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agribulk" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron “Flinke groei overslag Amsterdamse haven” (29-08-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Overslag Rotterdamse haven dit jaar stabiel” (19-12-2013), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be