afwikkelaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·wik·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van afwikkelen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord afwikkelaar afwikkelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afwikkelaarm

  1. iemand die zorgt dat een financiële of rechtelijke transactie voltooid wordt.
    • De notaris die de afwikkelaar van de erfenis was, had veel moeite om alle erfgenamen tevreden te houden. 

Gangbaarheid