aftypen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ty·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aftypen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aftypen
typte af
afgetypt
zwak -t volledig
  1. doorgaan met tikken tot iets klaar is
  2. door te tikken iets verwijderen
     Ik heb gedurende een hele tijd geen artikeltjes meer geschreven voor deze ‘Blog’ aangezien ik vond dat ik alle mogelijke aspecten van het leven in Abu Dhabi reeds belicht had. Kwaliteit boven kwantiteit moest het motto zijn. Verschillende mensen in België vragen me echter om er toch mee door te gaan. Het dagelijkse leven van expats brengt hen een zonnig tussendoortje voor de lange met regen gevulde dagen op kantoor… Speciaal voor hen zal ik bijgevolg het stof nog eens van mijn klavier aftypen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Katrien Schreurs
    “VAE- Abu Dhabi: Dank u Nederland!” (08/09/2013), De Standaard
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be