aftapen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ta·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en tapen ww
Werkwoord
aftapen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aftapen |
tapete af |
afgetapet |
zwak -t | volledig |
- iets met een zelfklevende strook afplakken
- ▸ Een afwisseling van transparante en ondoorzichtige oppervlakken zorgt hier voor een kruis-effect. Dit verwijst naar het toenmalige aftapen van koplampen van raceauto’s en werd gedaan om beschadiging door bijvoorbeeld steenslag te voorkomen.[1]
- ▸ “We doen alles wat we kunnen en gaan veel aftapen. Dat is misschien iets minder feestelijk, maar wel belangrijk. Bovendien: als je je niet aan de regels houdt, gaat de stekker eruit.”[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aftapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Erik Kouwenhoven“Porsche 911 Speedster wordt GT3 zonder dak” (08-06-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Je verjaardag inhalen in de Club van 27: ‘30 – 3 man personeel = 27 gasten’” (18 mei 2020), Het Parool