afstuderend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afstuderend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·stu·de·rend
Werkwoord
vervoeging van: | afstuderen |
verbogen vorm: | afstuderende |
afstuderend
vervoeging van: | afstuderen |
verbogen vorm: | afstuderende |
afstuderend