afstudeerwerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afstudeerwerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·stu·deer·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  afstuderen ww  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afstudeerwerk	afstudeerwerken
verkleinwoord	afstudeerwerkje	afstudeerwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het afstudeerwerk o

1. (onderwijs) studie die men doet om aan te tonen dat men een studie met goed gevolg heeft doorlopen

   ▸ De Universiteit Twente zegt nog steeds achter het onderzoek te staan. Het afstudeerwerk van de student werd door een wetenschapper van de universiteit begeleid. Die wetenschapper is volgens de UT "een autoriteit op het gebied van wapens" en werkte al veel vaker samen met de politie aan onderzoeken.

Gangbaarheid

• Het woord 'afstudeerwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.