afstandschot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·stand·schot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afstand zn en schot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afstandschot | afstandschoten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het afstandschot o
- (voetbal) het vanaf grote afstand schieten van de bal op het doel
- ▸ De regerend wereldkampioen wint met 2-1 dankzij een late goal van Mats Hummels. Even daarvoor had Vladimir Darida de Tsjechen nog met een mooi afstandschot op gelijke hoogte gebracht.[1]
- ▸ Na de eerste speelronde staan alle teams in deze poule nog op gelijke hoogte, want Stade Rennes en FK Krasnodar (waar ex-Feyenoorder Tonny Vilhena in de basis begon) speelden gelijk in het ‘duel der CL-debutanten. Na een rake penalty van Sehrou Guirassy tekende Cristian Ramírez met een heerlijk afstandschot voor de gelijkmaker en daarmee ook de 1-1 eindstand.[2]
- het afvuren van een vuurwapen op grote afstand van het doel
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord afstandschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “WK-kwalificatie: Tsjechië-Duitsland” (01-09-2017), NOS
- ↑ Weblink bron “Man Utd wéér plaaggeest voor PSG, Ziyech en Luuk de Jong in evenwicht” (20-10-2020), Tubantia