afstandschot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·stand·schot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afstandschot afstandschoten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het afstandschoto

  1. (voetbal) het vanaf grote afstand schieten van de bal op het doel
     De regerend wereldkampioen wint met 2-1 dankzij een late goal van Mats Hummels. Even daarvoor had Vladimir Darida de Tsjechen nog met een mooi afstandschot op gelijke hoogte gebracht.[1]
     Na de eerste speelronde staan alle teams in deze poule nog op gelijke hoogte, want Stade Rennes en FK Krasnodar (waar ex-Feyenoorder Tonny Vilhena in de basis begon) speelden gelijk in het ‘duel der CL-debutanten. Na een rake penalty van Sehrou Guirassy tekende Cristian Ramírez met een heerlijk afstandschot voor de gelijkmaker en daarmee ook de 1-1 eindstand.[2]
  2. het afvuren van een vuurwapen op grote afstand van het doel
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron “WK-kwalificatie: Tsjechië-Duitsland” (01-09-2017), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron “Man Utd wéér plaaggeest voor PSG, Ziyech en Luuk de Jong in evenwicht” (20-10-2020), Tubantia