afstamming

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·stam·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afstamming afstammingen
verkleinwoord afstamminkje
afstammingetje
afstamminkjes
afstammingetjes

Zelfstandig naamwoord

de afstammingv

  1. de genetische voorgeschiedenis van een individu, volk of soort
    • De afstamming van de zoogdierorden is dank zij DNA-onderzoek een stuk duidelijker geworden. 
  2. bij uitbreiding de voorgeschiedenis van een taal, symbool enz
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be