afschrobben

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·schrob·ben
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afschrobben [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afschrobben
schrobde af
afgeschrobd
zwak -d volledig
  1. met water en borstel iets ontdoen van vuil
     Goed afschrobben en afspoelen is over het algemeen voldoende, schillen is meestal niet nodig. Door schillen op te eten in plaats van weg te gooien krijgen we meer voedingsstoffen binnen, besparen we tijd in de keuken en vermijden we een vervelend klusje.[2]
     Moest je in de jaren tachtig nog bij elke tankbeurt de aangekoekte insecten van je autoruit afschrobben, nu kun je heel Frankrijk doorkruisen zonder een vuiltje te bespeuren.[3]
  2. door schrobben iets verslijten
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Jaap Seidell
    “Antwoord op al je vragen over voeding en gezondheid” (1 februari 2018), Het Parool
  3. Bronlink Weblink bron
    Tomas van Dijk
    “Insectenpopulaties kelderen” (21/10/2017), De Standaard