afscheidshuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

afscheidshuis
Uitspraak
Woordafbreking
  • af·scheids·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afscheidshuis afscheidshuizen
verkleinwoord afscheidshuisje afscheidshuisjes

Zelfstandig naamwoord

afscheidshuis

  1. plaats waar een overledene kan worden opgebaard
     Over de inrichting van zijn afscheidshuis is goed nagedacht. “Je moet je gelijk op je gemak voelen als je hier binnenstapt. Daarom staat er een fijne bank en een comfortabele stoel, mag je koffie of thee pakken en muziek luisteren. Alles is voorhanden om je thuis te voelen. Mochten de nabestaanden behoefte hebben aan extra privacy, dan kan de opbaarruimte met een tussendeur worden afgesloten.” En eerlijk is eerlijk: Hans is met recht trots op het eindresultaat.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Hans Wachtmeester over zijn uitvaartonderneming: ‘Afscheid nemen in huiselijk sfeer’”, Tubantia