afmijner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·mij·ner
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van afmijnen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afmijner | afmijners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afmijner m
- (beroep) iemand die een veiling bij afbod leidt
Gangbaarheid
- Het woord 'afmijner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afmijner" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 34 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %