aflossingsploeg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·los·sings·ploeg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aflossingsploeg aflossingsploegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aflossingsploegv / m

  1. (sport) groep schaatsers die samen een ploeg vormen in een aflossingswedstrijd bij shorttrack
     De tweevoudig olympisch kampioene, die in 2014 en 2018 tot de gouden aflossingsploeg behoorde, wordt bestraft voor een aantal bedenkelijke sms-berichten die ze tijdens de Spelen van 2018 uitwisselde met haar coach. De schaatsster suggereerde daarin dat ze landgenote Choi Min-jeong met opzet onderuit zou rijden als een race niet volgens haar plan zou verlopen.[1]
     Of ze wel in aanmerking komt voor de Winterspelen van volgend jaar in Peking, is nog niet bekend. De Koreaanse shorttrackster won in 2014 en 2018 olympisch goud met de aflossingsploeg en geldt als een van de grootste concurrenten van Schulting.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Sport
    “Zuid-Koreaanse shorttrackster Shim mist Winterspelen wegens schorsing” (Woensdag 22 december 2021, 10:05), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Schaatsen
    “Koreaanse shorttrackster Shim uit selectie gezet na bedenkelijke sms'jes” (Dinsdag 12 oktober 2021, 16:31), NOS