Naar inhoud springen

aflikt

Uit WikiWoordenboek
  • af·likt
vervoeging van
aflikken

aflikt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflikken
    • ... dat jij aflikt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflikken
    • ... dat hij aflikt.