afleveringstermijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·le·ve·rings·ter·mijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aflevering zn en termijn zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afleveringstermijn | afleveringstermijnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afleveringstermijn m
- (handel) periode waarbinnen een besteld product geleverd moet of kan worden
Gangbaarheid
- Het woord afleveringstermijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.