afleidsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·leid·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afleidsel afleidsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

afleidsel o [1]

  1. (taalkunde) een geleed woord waarvan een van de delen een gebonden morfeem is, een woorddeel dat niet zelfstandig als woord kan optreden zoals voor- of achtervoegsels (ook wel pre- en suffixen genoemd)
    • Afleidsel is een afleiding van afleiden met het suffix -sel 
    • b. in het enkelvoud bij de namen van mannelijke personen, bij de namen van dieren, die òf uitsluitend een mannelijk individu aanduiden, òf een gebruikelijk afleidsel op -in ter aanduiding van het vrouwelijk individu naast zich hebben, benevens bij woorden, die een kennelijk mannelijke zelfstandigheid aanduiden. [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen