aflassen
Uiterlijk
- af·las·sen
- samenstelling van af bw en lassen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aflassen |
laste af |
afgelast |
zwak -t | volledig |
aflassen
- overgankelijk laswerk afmaken
- Als lasser Tig aluminium, ben je in staat om zelfstandig vanaf tekening constructies samen te stellen en af te lassen.[1].
- overgankelijk (spreektaal voor afgelasten, niet algemeen) de opdracht geven om iets niet door te laten gaan
- In verband met de terroristische aanslag werd besloten alle wedstrijden af te lassen.
- Het woord 'aflassen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aflassen" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Prima.nl vacature 2 december 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 82 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %