afkoopbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afkoopbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·koop·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afkopen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afkoopbaar | afkoopbaarder | afkoopbaarst |
verbogen | afkoopbare | afkoopbaardere | afkoopbaarste |
partitief | afkoopbaars | afkoopbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afkoopbaar
- de mogelijkheid hebbende om met één betaling een verplichting te laten vervallen
- Het simpelste is om het auteursrecht onvervreemdbaar te maken, niet afkoopbaar en niet overerfbaar: het vervalt vijftig jaar na creatie of openbaarmaking, of anders direct na overlijden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord afkoopbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 24 april 2009