Naar inhoud springen

afgezonderd

Uit WikiWoordenboek
  • af·ge·zon·derd
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afgezonderdafgezonderderafgezonderdst
verbogen afgezonderdeafgezonderdereafgezonderdste
partitief afgezonderdsafgezonderders-

afgezonderd

  1. in isolatie gebracht, geen contact meer hebben met de groep waartoe men behoorde
     Doordat ik nu opeens zo afgezonderd was, voelde het alsof ik op een andere planeet was beland.[1]
     Terwijl hij de wagen wordt ingeschoven kan hij nog net zien hoe vanaf de andere kant van de straat Salma, die nu Salomé heet en een gevierd kunstenaar is, afgezonderd van de rest, rokend en met een diepe frons zijn kant op staat te kijken.[2]

afgezonderd

  1. in isolatie
vervoeging van: afzonderen…
verbogen vorm: afgezonderde

afgezonderd

  1. voltooid deelwoord van afzonderen
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be