afgezegend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgezegend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ge·ze·gend
Werkwoord
vervoeging van: | afzegenen… |
verbogen vorm: | afgezegende |
afgezegend
- voltooid deelwoord van afzegenen
vervoeging van: | afzegenen… |
verbogen vorm: | afgezegende |
afgezegend