afgerekend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgerekend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ge·re·kend
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afrekenen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en gerekend ww
Werkwoord
vervoeging van: | afrekenen… |
verbogen vorm: | afgerekende |
afgerekend
- voltooid deelwoord van afrekenen
- ▸ Managers die worden beloond of afgerekend op het bedrijfsresultaat.[1]
Gangbaarheid
- Het woord afgerekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.