afgemarcheerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ge·mar·cheerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afmarcheren: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en gemarcheerd ww
Werkwoord
vervoeging van: | afmarcheren… |
verbogen vorm: | afgemarcheerde |
afgemarcheerd
- voltooid deelwoord van afmarcheren
Gangbaarheid
- Het woord afgemarcheerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.