afgedragen

Uit WikiWoordenboek
Een handtas gemaakt van het bovendeel van een afgedragen blauwe spijkerbroek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·dra·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afdragen…
geen verbogen vorm

afgedragen

  1. voltooid deelwoord van afdragen
stellend
onverbogen afgedragen
verbogen -
partitief afgedragens

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

afgedragen

  1. (kleding) door langdurig gebruik versleten en vervormd
     Zijn mottige pantalon, zijn afgedragen giletje en geel geworden overhemd zijn nergens te bekennen.[1]
     De 53-jarige buschauffeur uit New York lijkt met zijn stevige sportschoenen, afgedragen spijkerbroek en plastic regenjas maar weinig op de stereotype Amerikaanse Apple-fan die zich opnieuw laat meeslepen door een technologiehype.[2]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2021 Weblink bron
    Georgina Verbaan
    “Drie” (31 januari 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2021 Weblink bron
    Marc Hijink & Freek Staps
    “Zelfs een digibeet snapt de iPad” (2 april 2010) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be