afgaand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·gaand
Werkwoord
vervoeging van: | afgaan |
verbogen vorm: | afgaande |
afgaand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en gaand ww
stellend | |
---|---|
onverbogen | afgaand |
verbogen | afgaande |
partitief | afgaands |
Bijvoeglijk naamwoord
afgaand
- naar beneden gaan, dalend
- De skilift bewoog zich in afgaande richting.
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afgaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgaand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %