afdoende
Uiterlijk
- Geluid: áfdoende (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑvdundə / (3 lettergrepen)
- Geluid: afdóénde (hulp, bestand)
- IPA: / ɑvˈdundə / (3 lettergrepen)
- af·doen·de
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
vervoeging van: | afdoen |
áfdoende
- verbogen vorm van afdoend, het onvoltooid deelwoord van áfdoen
afdóénde
- verbogen vorm van de stellende trap van afdoend
- ▸ Uiteindelijk kwam die klap toen men er van doordrongen raakte dat alle interne reorganisaties niet afdoende waren.[1]
- Het woord afdoende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdoende" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Klemtoonhomogram in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %