afbrengen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en brengen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afbrengen |
bracht af |
afgebracht |
zwak -cht | volledig |
Werkwoord
afbrengen
- iemand laten stoppen met wat hij denkt
- Hij werd door een goed tegenvoorbeeld van zijn vooroordeel afgebracht.
Uitdrukkingen en gezegden
- het ergens levend afbrengen
iets overleven
- • Toen de wapenstilstand ten slotte een aannemelijk vooruitzicht werd, begon de hoop het er levend af te brengen zelfs bij de grootste pessimisten post te vatten. [1]
Gangbaarheid
- Het woord afbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afbrengen' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-cht) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %