afbarstten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afbarstten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·barst·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afbarsten |
afbarstten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afbarsten
- ...dat wij afbarstten.
- ...dat jullie afbarstten.
- ...dat zij afbarstten.
- ...dat wij afbarstten.