afatisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- afa·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afatisch | afatischer | |
verbogen | afatische | afatischere | |
partitief | afatisch | afatischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afatisch
- lijdend aan afasie
- Ze spelt niet goed en is afatisch.
- betrekking hebbend op afasie
- Zij lijdt aan een afatische stoornis.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afatisch" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be