aeroob

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ae·roob
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘de zuurstof rechtstreeks onttrekkend aan de omgeving’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1909 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aeroob aerober aeroobst
verbogen aerobe aerobere aeroobste
partitief aeroobs aerobers -

Bijvoeglijk naamwoord

aeroob

  1. (biologie) zuurstof behoevend
    • Mensen zijn aerobe organismen. 
Schrijfwijzen
  • Tot 2005 was de spelling aëroob. In de spelling van 2005 worden geen trema's geschreven in woorden van zuiver vreemde afkomst.
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen