advocatuur
Uiterlijk
- Geluid: advocatuur (hulp, bestand)
- ad·vo·ca·tuur
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘werkkring van een advocaat’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
- uit het Duits [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | advocatuur | advocaturen |
verkleinwoord |
de advocatuur v
- de verzameling van alle advocaten
- De advocatuur had geen goed woord over voor de straf van de rechter.
1. de verzameling van alle advocaten
- Het woord advocatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "advocatuur" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "advocatuur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ advocatuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be