advertentierubriek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·ver·ten·tie·ru·briek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord advertentierubriek advertentierubrieken
verkleinwoord advertentierubriekje advertentierubriekjes

Zelfstandig naamwoord

de advertentierubriekv

  1. deel van een krant of tijdschrift waar advertenties voor gelijksoortige producten bij elkaar staan
     En dan: In de advertentierubriek van The New York Times ontdekt hij de tekst ‘goedkope pianoleraar. Spec. lange erv. Voor gev. en beg. Manhttn. Mr. D. Solomon.’ Dat is precies wat hij nodig heeft.[2]
     De Persgroep lanceert een gratis weekblad in het arrondissement Antwerpen. De inhoud zal vooral bestaan uit stadsnieuws, service- en advertentierubrieken. Dat schrijft de krant De Morgen .[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 februari 2022 Weblink bron “Persgroep lanceert gratis weekblad in Antwerpen” (01/09/2000), De Standaard