adresgegevens
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- adres·ge·ge·vens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adres zn en gegevens zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adresgegevens | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de adresgegevens mv
- informatie betreffende de verstigingsplaats van personen of organisaties
- ▸ Van zeker 1250 mensen is bewezen dat hun vertrouwelijke gegevens zoals Burgerservicenummers en adresgegevens uit coronadossiers zijn gestolen en via Telegram aan criminelen zijn verkocht. Dat aantal ligt vermoedelijk veel hoger. In Twente is van tientallen mensen bekend dat hun gegevens daar bij zaten.[1]
- ▸ Zo zijn bij ambtenarenfonds ABP geen adresgegevens bekend van 19.000 gepensioneerden, onder meer doordat ze in het buitenland zijn gaan wonen. Voor hen ligt er nog 300 miljoen euro klaar. Per persoon gaat het gemiddeld om bijna 16.000 euro. Het zijn bijvoorbeeld mensen die tijdens hun studie als studentassistent hebben gewerkt en zo pensioen hebben opgebouwd, maar niet weten dat ze recht hebben op een uitkering.[2]
Gangbaarheid
- Het woord adresgegevens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Kelly Adams“Gedupeerden coronadatalek eisen miljarden, ook schadeclaim op de mat bij GGD Twente” (28-03-2022), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Fondsen hebben honderden miljoenen euro's van ‘onvindbare’ gepensioneerden in de pot” (14-05-2022), Tubantia