adolescentie
Uiterlijk
- ado·les·cen·tie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘jeugdjaren’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van adolescent met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adolescentie | |
verkleinwoord |
de adolescentie v
- levensfase tussen jeugd en volwassenheid die komt na de puberteit
- Tijdens de adolescentie zijn de meeste puberproblemen wel verdwenen.
- Het woord adolescentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "adolescentie" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "adolescentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ adolescentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be