administreerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·mi·nis·treer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
administreren |
administreerde
- enkelvoud verleden tijd van administreren
- Ik administreerde.
- Jij administreerde.
- Hij, zij, het administreerde.
- Ik administreerde.