acrobatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

acrobatiek aan de trapeze
Uitspraak
Woordafbreking
  • acro·ba·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord acrobatie acrobatieën
verkleinwoord acrobatietje acrobatietjes

Zelfstandig naamwoord

acrobatie v [1]

  1. de bewegingskunst met het lichaam
    • Vorig jaar kregen we een spektakel van een ander kaliber voorgesteld: een nest torenvalken. Het begon met het heel vluchtig, maar eindeloos herhaald liefdesspel boven op een elektriciteitspaal, in de top van een boom of op nog andere hoog gelegen plekjes zoals ons dak. Vergeet de Kamasutra, want dit is pure acrobatie op grote hoogte. [2] 
    • In Palestina is alles politiek, zelfs circus. Sarab, Arabisch voor ‘luchtspiegeling’, draait minder om technische excellentie dan om de trauma's en angsten uit de Palestijnse vluchtelingenkampen die de zeven jonge artiesten via jonglerie, trapeze en acrobatie voelbaar willen maken. [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 30/05/2018 om 10:21 door Chris Verbeke Wuyts en Decauwer in Zuid-Frankrijk
  3. De Standaard 18 MEI 2018 Circus als ongewapend protest
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be