acquisitie
Uiterlijk
- Geluid: acquisitie (hulp, bestand)
- ac·qui·si·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanwinst’ voor het eerst aangetroffen in 1518 [1]
- Naamwoord van handeling van acquireren met het achtervoegsel -tie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acquisitie | acquisities |
verkleinwoord | acquisitietje | acquisitietjes |
de acquisitie v
- (economie) de verwerving van een bedrijf door een ander bedrijf
- Acquisitie is een van de manieren voor een bedrijf om te groeien.
- de zoektocht naar nieuwe zakelijke relaties en opdrachten
- De directeur van het aannemersbedrijf was altijd op pad om nieuwe acquisities te verwerven.
- [1]: verkrijging
- [2]: klantenwerving
- Het woord acquisitie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "acquisitie" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "acquisitie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ acquisitie op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -tie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %