achtvoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- acht·voud
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achtvoud | achtvouden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- achtmaal zo grote hoeveelheid
- (wiskunde) natuurlijk getal dat deelbaar is door acht
Uitdrukkingen en gezegden
- in achtvoud
[1] in de vorm van acht identieke exemplaren, dat wil zeggen: met zeven kopieën erbij
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord achtvoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "achtvoud" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be