achteruitkijkspiegel
Uiterlijk
- ach·ter·uit·kijk·spie·gel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achteruitkijkspiegel | achteruitkijkspiegels |
verkleinwoord | achteruitkijkspiegeltje | achteruitkijkspiegeltjes |
de achteruitkijkspiegel m
- een spiegel aan een auto of (motor)fiets waarmee men de situatie op de weg achter zich kan zien
- In de achteruitkijkspiegel zag de bestuurder een snelle auto aankomen.
- ▸ In haar achteruitkijkspiegel zag ze Max gehaast ja knikken.[1]
1. een spiegel aan een auto of motorfiets waarmee men de situatie op de weg achter zich kan zien
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord achteruitkijkspiegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.