achteroverleunen
Uiterlijk
- ach·ter·over·leu·nen
- samenstelling van achterover bw en leunen ww [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
achteroverleunen |
leunde achterover |
achterovergeleund |
zwak -d | volledig |
achteroverleunen
- onovergankelijk naar achteren leunen
- ▸ Ik zei niets. Hij leunde achterover en rommelde wat in de la van de buffetkast achter hem. 'Ah. Gerry heeft er altijd wel wat liggen.' Hij haalde een doosje dunne sigaartjes tevoorschijn. 'Wil je er ook eentje?'[2]
- onovergankelijk, (figuurlijk) geen actie ondernemen, lijdzaam/werkeloos toezien
- We kunnen niet blijven achteroverleunen.
- Het woord achteroverleunen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ achteroverleunen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jessie Burton (vert.Marja Borg)“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal