achterlicht
Uiterlijk
- Geluid: achterlicht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑxtərˌlɪxt / (3 lettergrepen)
- ach·ter·licht
- samenstelling van achter en licht [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterlicht | achterlichten |
verkleinwoord | achterlichtje | achterlichtjes |
het achterlicht o
- (verkeer) lamp(en) aan de achterkant van een voertuig (meestal rood gekleurd)
- (jongerentaal) roodharige, bakboordslicht, knipperbol, stoplicht, vuurtoren
- lamp, licht, verlichting
- grootlicht, dimlicht/kruislicht, mistlicht, dagrijlicht, stadslicht , remlicht
- achteruitrijlamp, knipperlicht, koplamp, voorlicht
1. lamp(en) aan de achterkant van een voertuig
- Het woord achterlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achterlicht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ achterlicht op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Jongerentaal in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %