achterhandsbeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·hands·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterhandsbeen | achterhandsbenen achterhandsbeenderen |
verkleinwoord | achterhandsbeentje | achterhandsbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het achterhandsbeen o
- (anatomie) een van de acht handwortelbeentjes
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord achterhandsbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.