achtergedeelte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·ge·deel·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achter en gedeelte zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achtergedeelte | achtergedeeltes achtergedeelten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het achtergedeelte o
- deel dat aan de achterzijde zit
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord achtergedeelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Visbistro met een korreltje zout” (11-01-2017), Tubantia