achtereenvolgend
Uiterlijk
- ach·ter·een·vol·gend
- samenstelling van achtereen en volgend
stellend | |
---|---|
onverbogen | achtereenvolgend |
verbogen | achtereenvolgende |
partitief | achtereenvolgends |
achtereenvolgend
- op deze wijze na elkaar
- De achtereenvolgende keizers van deze dynastie wisten het rijk weer wat te verstevigen.
- Tijdens de vierdaagse wordt er op vier achtereenvolgende dagen een lange afstand gewandeld.
1. op deze wijze na elkaar
- Het woord achtereenvolgend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.