achterapostel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·apos·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achter en apostel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterapostel | achterapostels |
verkleinwoord | achteraposteltje | achteraposteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de achterapostel m
- (scheepvaart) steunhout aan de achtersteven van een schip
Gangbaarheid
- Het woord 'achterapostel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.