achterafgelegen
Uiterlijk
- ach·ter·af·ge·le·gen
- samenstelling van achteraf bw en gelegen bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | achterafgelegen | achterafgelegener | achterafgelegenst |
verbogen | achterafgelegenste | ||
partitief | achterafgelegens | achterafgelegeners | - |
achterafgelegen
- in een stille, afgelegen streek liggend
- Het woord achterafgelegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.