acetaat
Uiterlijk
- ace·taat
- In de betekenis van ‘zout van azijnzuur’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van ... met het achtervoegsel -aat[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acetaat | acetaten |
verkleinwoord | - | - |
het acetaat o
- (scheikunde) een ester of zout afgeleid van azijnzuur
- Een acetaat bevat ofwel het ion CH3COO− ofwel een functionele groep CH3COO-.
Carbonzuren in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mierenzuur • azijnzuur • propionzuur • boterzuur • valeriaanzuur • capronzuur • caprilinezuur • caprinezuur • laurinezuur • myristinezuur • palmitinezuur • stearinezuur • arachidezuur | |||||||||||
Carbonzure zouten en esters in het Nederlands | |||||||||||
formiaat • acetaat • propionaat • butyraat • valeriaat • capronaat • caprylaat • capraat • lauraat • myristaat • palmitaat • stearaat • arachidaat |
1. een ester of zout afgeleid van azijnzuur
- Het woord acetaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "acetaat" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "acetaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ acetaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be