acerolakers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  acerolakers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ace·ro·la·kers

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  acerola zn  en  kers zn , aaneengeschreven volgens spellingregel 6.A

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	acerolakers	acerolakersen
verkleinwoord	acerolakersje	acerolakersjes

Zelfstandig naamwoord

de acerolakers v / m

1. (bloemplanten) bepaald soort plant, Malpighia emarginata  uit de familie Malpighiaceae 

Schrijfwijzen

• Als het nodig is om verwarring over de opbouw van het woord te voorkomen, kan volgens de toelichting bij spellingregel 6.C ook de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: acerola-kers.

Synoniemen

• acerola, azarole, azarooldoorn, azerola, barbadosbes, barbadoskers, middellandse-zeemispel, west-indische kers

Opmerkingen

• Ook Malpighia glabra  en Malpighia punicifolia  zijn als wetenschappelijke benamingen van deze soort gebruikt.

Hyperoniemen

• kers

Vertalingen

   1. zie: acerola   

Gangbaarheid

• Het woord 'acerolakers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.