acecine

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
acecinar

acecine

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acecinar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acecinar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acecinar